Rechtbank 's-Hertogenbosch
Gemachtigden eiser fotograaf Peter van Rijswijk ho Pevry Press: procureur mr. J.E. Benner, advocaat mr. S.G. van der Galiën te Amsterdam
Gemachtigden gedaagde Galeries.nl: procureur mr. J.E. Lenglet, advocaat mr. D.J.B. Bosscher te Amsterdam
Rechter: mr. J.F.M. Pols
Screenshot afbeeldingen Google |
Verder zij opgemerkt dat de fotograaf (gratis?) rechtsbijstand kreeg via FNV en gedaagde op eigen rekening rechtsbijstand heeft moeten inhuren.
De feiten
"2.2. (…) Tussen [eiser] en X is afgesproken dat zij de foto voor de uitnodiging van een expositie van haar werk en voor publicatie in het blad van de galerie Pulchri met een oplage van 2.500 exemplaren zou gebruiken. Op de uitnodiging staat onder de foto "foto: Pevry Press". De voor dit gebruik overeengekomen prijs bedroeg EUR 148,16 inclusief BTW, welk bedrag aan X Productions is gefactureerd. Voor X gold een vriendenkorting van 50% ten opzichte van de richtprijzen van de Fotografenfederatie."
Een in opdracht van de geportretteerde, Wieteke van Dort, gemaakte foto.
"2.4. Pulchri heeft de uitnodiging met daarop de door [eiser] gemaakte foto aan [gedaagde] toegestuurd. Een medewerkster van [gedaagde] heeft de foto ingescand en de informatie op de eerdergenoemde site(s) gezet. De vermelding van Pevry Press ontbrak daarbij."
Onder art. 19.1 Aw mag een in opdracht gemaakt portret, zonder naamsvermelding van de maker, vermenigvuldigd worden ten behoeve van de geportretteerde.
De vordering
"3.1. (…) zal veroordelen tot betaling van een bedrag van EUR 9.548,00 (…) alsmede een bedrag van EUR 768,00 wegens buitengerechtelijke incassokosten."
De vordering
"3.1. (…) zal veroordelen tot betaling van een bedrag van EUR 9.548,00 (…) alsmede een bedrag van EUR 768,00 wegens buitengerechtelijke incassokosten."
Gedaagde heeft de foto direct verwijderd en €500,- aangeboden. Eiser vordert 20x zoveel.
Het verweer
"4.2. (…) [gedaagde] mocht uitgaan van de schijn van toestemming voor openbaarmaking. Het gaat immers om een publiciteitsfoto, die door Pulchri aan [gedaagde] is toegestuurd met het doel deze op de site te plaatsen."
Het verweer
"4.2. (…) [gedaagde] mocht uitgaan van de schijn van toestemming voor openbaarmaking. Het gaat immers om een publiciteitsfoto, die door Pulchri aan [gedaagde] is toegestuurd met het doel deze op de site te plaatsen."
Gedaagde handelde in opdracht van Pulchri, met een door Pulchri aangeleverde foto.
"4.5. (…) betwist [gedaagde] de hoogte van de gevorderde schadevergoeding."
"4.5. (…) betwist [gedaagde] de hoogte van de gevorderde schadevergoeding."
Gebruikelijk is dat een stockfoto minder kost dan een foto in opdracht. Er hoeven immers geen werkzaamheden meer verricht te worden om de foto te maken.
De beoordeling
"5.2. (…) Dat de foto door Pulchri aan [gedaagde] is toegestuurd, doet daar niet aan af. Gesteld noch gebleken is immers dat Pulchri bevoegd was namens [eiser] toestemming voor plaatsing van de foto op internet te geven."
Gedaagde kon mijn inziens redelijkerwijs niet weten dat Pulchri die toestemming niet had.
"5.7.(…) Zij had bedacht moeten zijn op het feit dat op de foto auteursrecht rustte, te meer nu onder de foto stond vermeld: "foto: Pevry Press". Dat de medewerkster van [gedaagde] ondanks het woord "foto" gevolgd door een dubbele punt meende dat dit een verwijzing was naar een grafisch bureau dat voor het drukwerk zorgde, zoals [gedaagde] heeft aangevoerd, komt voor rekening van [gedaagde]."
Had gedaagde de naam wél vermeld, dan had zij een beroep op het citaatrecht en art. 19.3 Aw kunnen doen.
"5.10. De rechtbank houdt bij de begroting van de gederfde licentievergoeding (…) Zij begroot de gederfde aanvullende licentievergoeding voor het internetgebruik van de foto op EUR 450,00."
"5.7.(…) Zij had bedacht moeten zijn op het feit dat op de foto auteursrecht rustte, te meer nu onder de foto stond vermeld: "foto: Pevry Press". Dat de medewerkster van [gedaagde] ondanks het woord "foto" gevolgd door een dubbele punt meende dat dit een verwijzing was naar een grafisch bureau dat voor het drukwerk zorgde, zoals [gedaagde] heeft aangevoerd, komt voor rekening van [gedaagde]."
Had gedaagde de naam wél vermeld, dan had zij een beroep op het citaatrecht en art. 19.3 Aw kunnen doen.
"5.10. De rechtbank houdt bij de begroting van de gederfde licentievergoeding (…) Zij begroot de gederfde aanvullende licentievergoeding voor het internetgebruik van de foto op EUR 450,00."
De maker heeft toestemming nodig van de geportretteerde om de foto commercieel te exploiteren. Zonder deze toestemming kan de fotograaf geen inkomsten zijn misgelopen.
"5.11. (…) [eiser] had echter wel economisch belang bij die vermelding, in verband met het vergroten van zijn naamsbekendheid of de naamsbekendheid van zijn persbureau en het binnenhalen van eventuele opdrachten. Tot de geleden schade draagt bij dat plaatsing van een foto zonder naamsvermelding de kans waarschijnlijk vergroot dat ook derden de foto zonder betaling van een licentievergoeding zullen gebruiken. De rechtbank begroot de schade wegens het ontbreken van een naamsvermelding (…) eveneens op EUR 450,00."
De foto is nauwelijks bekeken, van misgelopen naamsbekendheid of opdrachten is geen sprake.
De beslissing
"De rechtbank (...) veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser] te betalen een bedrag van EUR 900 (...) veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van [eiser] tot op heden begroot op EUR 1.130,93"
Met haar eigen proceskosten zal de totale schade richting de €5.000,- gaan voor de gedaagde B.V.
Rechtbank 's-Hertogenbosch 11 januari 2006, ECLI:NL:RBSHE:2006:AU9504
Eiser, die beroepsfotograaf is, is de maker en auteursrechthebbende van een foto waarop X is afgebeeld. Gedaagde, die één of meer websites exploiteert, heeft die foto ingescand en zonder toestemming en zonder naamsvermelding van (het persbureau van) eiser op internet gezet. Gedaagde wordt veroordeeld tot vergoeding van de wegens de auteursrechtinbreuk geleden schade, bestaande uit 1) de gederfde licentievergoeding en 2) de schade wegens het ontbreken van een naamsvermelding bij de foto.
De beslissing
"De rechtbank (...) veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser] te betalen een bedrag van EUR 900 (...) veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van [eiser] tot op heden begroot op EUR 1.130,93"
Met haar eigen proceskosten zal de totale schade richting de €5.000,- gaan voor de gedaagde B.V.
Rechtbank 's-Hertogenbosch 11 januari 2006, ECLI:NL:RBSHE:2006:AU9504
Eiser, die beroepsfotograaf is, is de maker en auteursrechthebbende van een foto waarop X is afgebeeld. Gedaagde, die één of meer websites exploiteert, heeft die foto ingescand en zonder toestemming en zonder naamsvermelding van (het persbureau van) eiser op internet gezet. Gedaagde wordt veroordeeld tot vergoeding van de wegens de auteursrechtinbreuk geleden schade, bestaande uit 1) de gederfde licentievergoeding en 2) de schade wegens het ontbreken van een naamsvermelding bij de foto.
Gepubliceerd in 2023