Gerechtshof Amsterdam
Advocaat appellant SDN: mr. M. Vissers
Advocaten geïntimeerde: mrs. K.M. van Boven en I.M.C.A. Reinders Folmer
Raadsheren: mrs. P.G. Wiewel, J. Wortel en N. van Lingen
Op de website van SDN is een artikel met een foto van voormalig staatssecretaris Van Geel geplaatst zonder naamsvermelding van de fotograaf. Het artikel is overgenomen van de website van De Telegraaf.
De kantonrechter heeft SDN veroordeeld om een schadevergoeding van €500,- te vermeerderen met wettelijke rente te betalen plus de kosten van de procedure bestaande uit €201,– aan griffierechten, €85,44 aan explootkosten en €1.808,80 aan salaris van gemachtigde.
“3.4 Ter toelichting van zijn standpunt dat SDN niet in het hoger beroep kan worden ontvangen, heeft X aangevoerd dat zijn vordering (…) lager is dan het in artikel 332 lid 1 Rv genoemde bedrag van €1.750, .”
“3.5 SDN heeft zich daartegen – onder verwijzing naar artikel 14 van Richtlijn 2004/48/EG (…) dat het financiële belang van de zaak niet alleen bepaald wordt door de hoogte van de gevorderde schadevergoeding, maar ook door de hoogte van de gevorderde proceskostenvergoeding op grond van artikel 1019h Rv. Dit maakt dat het financiële belang in de visie van SDN boven de grens van €1.750,– ligt, zodat het vonnis appellabel is.”
“3.11 Het bovenstaande betekent dat SDN niet ontvankelijk in het door haar ingestelde hoger beroep moet worden verklaard. SDN zal als de in het ongelijk te stellen partij in de kosten van het geding worden veroordeeld.”
Argumentatie om de toegewezen proceskostenvergoeding niet mee te tellen voor de appelgrens is onduidelijk.
ECLI:NL:GHAMS:2009:BK3979, voorheen LJN BK3979, Gerechtshof Amsterdam, 200.023.021/01
Appelgrens niet bereikt. Toegekende proceskosten blijven daarbij buiten beschouwing (HR 24 februari 1938, NJ 1938/52), ook indien die proceskosten zijn bepaald met inachtneming van art. 1019h Rv. Richtlijn 2004/48/EG voert niet tot een ander oordeel.
Repost nieuwsbrief Revue nr. 42, 4 april 2022