Rechtbank Rotterdam, datum uitspraak 06-02-2015
Gemachtigde eiser: mr. J.E. Kloosterboer
Gedaagde procedeert in persoon
Rechter: mr. G. J. Heevel
Een onbedoelde inbreuk waar gedaagde als volgt had gereageerd:
“Wij wijzen aansprakelijkheid af. Wij zijn ons niet bewust geweest van het auteursrecht op de betreffende foto. Na uw agressieve benadering waren wij verbijsterd en hebben per direct de foto laten verwijderen.
Wij zien dan ook geen enkele noodzaak tot het betalen van de door uw opgelegde schadevergoeding. Bovendien is de omvang/oorsprong van de schade niet aannemelijk gemaakt. Dat er advocaatkosten zijn gemaakt is niet aan ons te wijten en onnodig, aangezien wij de foto ook direct verwijderd zouden hebben als wij te weten waren gekomen dat er sprake was van auteursrecht op de betreffende foto. Een mailtje of telefoontje van de fotograaf was voldoende geweest.”
En later:
“Wij hebben navraag gedaan bij uw cliënt wat de foto’s kosten. Het antwoord betrof een paar tientjes of, ik citeer “een hele vette dikke slagroomtaart” ”
“Wij hebben navraag gedaan bij uw cliënt wat de foto’s kosten. Het antwoord betrof een paar tientjes of, ik citeer “een hele vette dikke slagroomtaart” ”
Volgens eiser kost een foto voor commercieel gebruik aanzienlijk meer:
“4.7. [eiser] heeft zijn schade (los van de kosten voor handhaving) gesteld op totaal € 2.250,00. Voor de begroting van deze schade sluit [eiser] – net als in zijn hiervoor onder 2.7 weergegeven schrijven van 17 maart 2014 – aan bij een forfaitaire, hypothetische, vergoeding die [eiser] als professionele fotograaf had kunnen vragen indien wel om toestemming was gevraagd, welke vergoeding hij – in overeenstemming met de professionele praktijk – heeft gesteld op €750,00. Daarnaast acht hij een verhoging van dit bedrag wegens schending van de persoonlijkheidsrechten en aantasting van de (waarde van de) auteursrechten tot tenminste 300% van de gebruikelijk vergoeding gerechtvaardigd, waarvoor aansluiting wordt gezocht bij de artikelen 17, 18 en 19 van de Algemene Voorwaarden van de Fotografenfederatie (hierna: AV Fotografenfederatie).”
“4.7. [eiser] heeft zijn schade (los van de kosten voor handhaving) gesteld op totaal € 2.250,00. Voor de begroting van deze schade sluit [eiser] – net als in zijn hiervoor onder 2.7 weergegeven schrijven van 17 maart 2014 – aan bij een forfaitaire, hypothetische, vergoeding die [eiser] als professionele fotograaf had kunnen vragen indien wel om toestemming was gevraagd, welke vergoeding hij – in overeenstemming met de professionele praktijk – heeft gesteld op €750,00. Daarnaast acht hij een verhoging van dit bedrag wegens schending van de persoonlijkheidsrechten en aantasting van de (waarde van de) auteursrechten tot tenminste 300% van de gebruikelijk vergoeding gerechtvaardigd, waarvoor aansluiting wordt gezocht bij de artikelen 17, 18 en 19 van de Algemene Voorwaarden van de Fotografenfederatie (hierna: AV Fotografenfederatie).”
Bewijs in de vorm van facturen is niet overlegd. De rechter matigt de opslag tot 150% en wijst €1.125 toe als schade voor het gebruik van de foto. Daar bovenop nog €2.315 aan proceskosten.
ECLI:NL:RBROT:2015:1345, Rechtbank Rotterdam, 3159879
Inbreuk auteursrecht door plaatsen foto op internet. Voor berekening schade ligt aanknoping bij bedingen uit AV Fotografenfederatie niet in de rede. Punitieve karakter daarvan past niet in het Nederlandse schadevergoedingsrecht
Repost nieuwsbrief Revue nr. 21, 11 februari 2022
ECLI:NL:RBROT:2015:1345, Rechtbank Rotterdam, 3159879
Inbreuk auteursrecht door plaatsen foto op internet. Voor berekening schade ligt aanknoping bij bedingen uit AV Fotografenfederatie niet in de rede. Punitieve karakter daarvan past niet in het Nederlandse schadevergoedingsrecht
Repost nieuwsbrief Revue nr. 21, 11 februari 2022